U kunt een groot aantal maatregelen nemen om energie te besparen. Deze maatregelen vergen een inverstering maar die verdient zich vaak snel terug. Kijk hier wat u kunt doen om op (korte) termijn energie te besparen.

ICT en automatisering icoon

Serverruimte

In de serverruimte van uw organisatie is energie te besparen. Bijvoorbeeld door het aantal fysieke servers te beperken, efficiënte koeling toe te passen en een energiezuinige noodstroomvoorziening te gebruiken.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    U kunt meerdere servers of besturingssystemen tegelijkertijd op één (of meerdere) machines laten draaien. Dit bespaart hardware, maakt datagebruik efficiënter en leidt tot een lager energieverbruik.

  2. 2

    Er zijn meerdere mogelijkheden om serverruimtes efficiënt te koelen. Zo kunt u energiezuinige koelmachines of vrije koeling (zoals buitenlucht) gebruiken. Ook kunt u met een hogere koeltemperatuur werken, of het toerental van de koelventilatoren verlagen.

  3. 3

    De noodstroomvoorziening – ook wel ‘uninterrupted system’ (UPS) genoemd, zorgt voor een ononderbroken elektriciteitsvoorziening, ook als de netspanning uitvalt. Moderne systemen hebben een hoog rendement en besparen tot 10%.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Serverruimte.

Airco icoon

Koelen van een ruimte

Bespaar op de energie die het kost om uw gebouw koel te houden. Hiervoor zijn eenvoudige maatregelen beschikbaar, zoals het gebruikmaken van koele buitenlucht. Maar er zijn meer maatregelen die u kunt toepassen. Zo kunt u warmte bij grote apparaten afzuigen, het aanstaan van uw koelpomp beperken en leidingen isoleren.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    De compressor van een koelinstallatie gebruikt veel elektriciteit. Terwijl deze niet aan hoeft te staan bij een lage buitentemperatuur. Schakel uw installatie daarom pas in als de buitentemperatuur boven de 18 °C komt.

    Randvoorwaarden: niet van toepassing.

  2. 2

    Grote apparaten geven veel warmte af. U kunt deze warmte mechanisch afzuigen. Zo blijft het binnenklimaat stabiel en hoeft uw koelinstallatie minder aan te staan. Dat leidt tot energiebesparing.

  3. 3

    Uw koelinstallatie maakt gebruik van een koelpomp. Met een automatische schakeling op de pomp voorkomt u dat deze onnodig aanstaat.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML).

Bereiden voedingsmiddelen icoon

Grootkeukenapparatuur

Bij het bereiden van voedingsmiddelen kunt u energie besparen. Zo kunt u het afzuigsysteem in uw keuken energiezuinig inregelen. Daarnaast kunt u zorgen dat keukenapparatuur automatisch uitgeschakeld wordt wanneer deze niet gebruikt wordt.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    U kunt de afzuiginstallatie van het fornuis in uw grootkeuken uitrusten met een laagdebiet afzuigkap. Hiermee zorgt u ervoor dat uw afzuiginstallatie niet méér (warme) lucht afvoert dan nodig is.

  2. 2

    In keukens wordt voor het verwarmen of grillen van producten vaak een infrarood salamander gebruikt. Met een tijdschakelaar kunt u de salamander buiten gebruikstijden uitschakelen. Een apparaat met pandetectie schakelt automatisch uit als er geen producten onder staan.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Grootkeukenapparatuur

Faciliteiten icoon

Faciliteiten overig

Voor diverse bedrijfstakken zijn algemene maatregelen voor energiebesparing van toepassing. Deze maatregelen hebben betrekking op faciliteiten als printers en kopieerapparaten, motoren, pompen, roltrappen en liften. Meerdere maatregelen uit deze restgroep kunnen voor uw bedrijf of instelling gelden.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    In sommige bedrijfspanden staat in elke ruimte een printer of scanner. Deze gebruiken continu stroom, óók in de slaapstand. Het is energiezuiniger om één apparaat centraal op te stellen.

  2. 2

    Voor de energie-efficiëntie van elektromotoren geldt een Europese richtlijn. Voor veel toepassingen zijn inmiddels International-Efficiency super-premium rendement-motoren (IE4) beschikbaar.

    Randvoorwaarde: de maatregel is erkend bij vervanging van motoren boven 4kW met meer dan 4.500 draaiuren per jaar.

  3. 3

    Het regelen van het debiet bij pompen gebeurt vaak met afsluiters of smoorkleppen. Voor een variabel debiet kunt u ook een toerenregeling op de pomp toepassen (in plaats van een smoorregeling). Hierbij wordt de capaciteit van de pomp continu afgestemd op het gewenste debiet.

    Randvoorwaarde: een variabel debiet moet inpasbaar zijn in de installatie. De maatregel is erkend bij vervanging van de pomp.

  4. 4

    Op een roltrap staan niet continu mensen. Door een aanbodafhankelijke regeling op de besturing van uw roltrap toe te passen, zorgt u dat de roltrap vertraagt of stil staat, als hij niet wordt gebruikt.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Aandrijvingen.

Isolatie icoon

Isolatie van uw gebouw

Door uw gebouw te isoleren, voorkomt u onnodig warmte- en koudeverlies. Isolatie houdt uw gebouw koel in de zomer en warm in de winter. Ook door openstaande bedrijfs- en transportdeuren kan veel warmte of koude verloren gaan.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    U kunt een niet-geïsoleerde spouwmuur laten opvullen met isolerend materiaal, zodat minder warmte verloren gaat.

  2. 2

    Via bedrijfs- en transportdeuren gaat veel energie verloren. Zorg er daarom voor dat dit soort deuren zo kort mogelijk openstaan, bijvoorbeeld door een snelsluitende of automatische deur toe te passen. Of zorg dat uw transportdeur, bedrijfsdeur of gevel een aparte loopdeur voor personentoegang heeft.

  3. 3

    U kunt een ongeïsoleerd dak voorzien van isolatiemateriaal, waardoor het verlies van warmte wordt beperkt. De isolatielaag kan bovenop of onder de dakbedekking worden geplaatst. De laatste situatie is aan de orde als de dakbedekking tegelijkertijd moet worden vervangen.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Isolatie van de schil.

Perslucht icoon

Perslucht

Bij het maken van perslucht gaat het grootste deel van de benodigde energie als warmte verloren. Soms tot wel 95%. Alternatieve vormen van lucht of aangepaste instellingen kunnen u veel besparing opleveren.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Voor (droog)blazen kunt u blowerlucht gebruiken in plaats van perslucht. Blowerlucht heeft een lager energieverbruik doordat lucht niet gecomprimeerd hoeft te worden.

  2. 2

    Veel persluchtcompressoren hebben een nullast-stand. In deze stand draait de motor wel, maar levert geen perslucht. Omdat deze stand 10 tot 35% van de energie verbruikt ten opzichte van de vollast-stand, moet het gebruik van deze stand zoveel mogelijk beperkt worden. Dit kunt u doen door een compressor met frequentie- of toerenregeling toe te passen.

  3. 3

    Uw persluchtcompressor werkt efficiënter als hij koude lucht aanzuigt. Elke 10 graden minder scheelt 3 tot 4% energieverbruik. De temperatuur in de compressorruimte is vaak hoog vanwege de warmteproductie van de compressor zelf. Aanvoer van koude lucht kunt u regelen via een kanaal naar buiten of naar een onverwarmde ruimte.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Perslucht.

Processen icoon

Processen

Er zijn talrijke industriële processen waarvoor energiebesparende maatregelen bestaan; de variatie is te groot om ze hier allemaal te noemen. Er zijn wel verschillende hoofdcategorieën te identificeren, waar deze maatregelen onder vallen. Die categorieën staan hieronder. Voor alle relevante erkende maatregelen verwijzen we u naar de lijst Procesmaatregelen op de Informatiebank EML.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Zorg voor een efficiënte opwekking van de warmte die nodig is voor uw processen. Dit kunt u bereiken door toepassing van hoogrendements-apparatuur, door gebruik te maken van warmtepomptoepassingen en door een goede regeling van de branders (van bijvoorbeeld ovens of stookinstallaties). Het energiegebruik van een ketel of een oven wordt vooral bepaald door hoe efficiënt de branders werken.

  2. 2

    Vaak is het mogelijk om restwarmte van een proces nuttig te gebruiken. Bijvoorbeeld voor hergebruik in een proces, zoals het voorverwarmen van ingaande stromen. Of voor toepassing ergens anders in uw gebouw, zoals voor ruimteverwarming of warmtapwatervoorziening. In sommige situaties kan een warmtepomp nodig zijn om de restwarmte op te waarderen naar een bruikbaar temperatuurniveau.

  3. 3

    Doordat in processen vaak hoge temperaturen worden toegepast, treedt relatief veel warmteverlies op. Isoleren van ovenwanden, isoleren van warme aan- en afvoerleidingen en afdekken van procesbaden zijn effectieve maatregelen om die verliezen te beperken.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Processen.

Productkoeling icoon

Productkoeling

Energie besparen bij koelen en invriezen van producten kan op vele manieren. Er zijn drie hoofdcategorieën: koel- en vriescellen, koel- en vriesmeubels en koelinstallaties.

Energiebesparende maatregelen:

  1. Koel- en vriescellen
    1. 1

      Kies bij vervang van verlichting in koel- of vriescellen voor ledverlichting. Deze is zeer geschikt voor gebruik in koude ruimtes en geeft direct voldoende lichtopbrengst.

    2. 2

      Wanneer u de deur van een vriescel opent, blaast de ventilator van de verdamper koude en droge lucht naar buiten. Tegelijkertijd stroomt warme en vochtige lucht naar binnen. U kunt energieverlies minimaliseren door een deurschakelaar te gebruiken. De schakelaar signaleert wanneer de deur open is en onderbreekt dan tijdelijk de koeling.

    3. 3

      De compressor van een koel- of vriescel moet harder werken als de wanden niet voldoende geïsoleerd zijn. Isoleren zorgt voor minder koudeverlies en een lagere belasting van de compressor, en daarmee voor een lager energieverbruik.

  2. Koel- en vriesmeubels
    1. 1

      Bij (semi-)verticale en horizontale koelmeubelen kunt u het koudeverlies naar de winkelruimte beperken door als afdekking enkel- of dubbelglas toe te passen.

    2. 2

      Als vriesmeubeldeuren geopend worden, komt er warme en vochtige lucht binnen. Die condenseert vervolgens aan de binnenkant van de glazen deur. Elektrische randverwarming in de deur is effectief, maar kost energie. Anticondensfolie is een goed alternatief.

  3. Koelinstallatie
    1. 1

      In een koel- of vriescel of op een koel- of vriesmeubel vriest waterdamp op de verdamper vast. Zo vormt zich een isolerende ijslaag waardoor de verdamper minder goed functioneert. Door toepassing van automatische ontdooiing, blijft het systeem optimaal werken.

    2. 2

      De condensor van uw koel- of vriesinstallatie geeft zijn warmte af aan de omgeving. Deze warmte kunt u hergebruiken, bijvoorbeeld om tapwater of een volledige ruimte te verwarmen. Dit kan rechtstreeks, maar u kunt ook een tussenmedium gebruiken, zoals een persgasboiler.

    3. 3

      Een koelinstallatie maakt gebruik van leidingen om koelmiddel te transporteren. Wanneer deze leidingen door verwarmde ruimtes lopen, gaat onderweg koude verloren. Dit verlies is te verminderen door koel- en vriesleidingen en appendages te isoleren.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Productkoeling.

Registratie en bewaking icoon

Registratie en bewaking

Om uw energieverbruik te monitoren, gebruikt u een energieregistratie- en bewakingssysteem (EBS). Het rapporteert over hoe uw installaties functioneren. En het stuurt deze installaties eventueel ook aan. Door uw energieverbruik te registreren en te bewaken kunt u tot wel 30% van uw energieverbruik besparen. Afhankelijk van uw energieverbruik worden in de erkende maatregelen drie verschillende systemen voorgeschreven.

Energiebesparende maatregel:

  1. 1

    Dit is een digitale energiemeter, die uw traditionele elektriciteits- en gasmeter vervangt. De digitale energiemeter geeft automatisch uw energieverbruik door aan uw netbeheerder. Met een bijbehorende app kunt u in detail uw energiegebruik volgen. Zo weet u precies hoeveel u wanneer verbruikt. Wekt u zelf energie op? Dan kunt u op de slimme meter zien hoeveel stroom u terugstuurt. Een digitale energiemeter is meestal gratis beschikbaar.

  2. 2

    Met dit systeem maakt u uw elektriciteits- en gasverbruik tot in detail inzichtelijk: tot op het kwartier nauwkeurig. Maar dit systeem doet nog meer, zoals het meten van de buitentemperatuur en de aanvoertemperatuur van uw ketel. Met de data die hieruit voortkomen, kunt u – met behulp van een rapportagefunctie – uw verbruik over een bepaalde periode zien.

  3. 3

    Dit is een automatisch EBS zoals hierboven omschreven, met als toevoeging een gebouwbeheerssysteem (GBS). Een GBS analyseert automatisch uw verbruiksgegevens. Door deze toevoeging stuurt het EBS automatisch bij. Zo zijn uw installaties optimaal afgesteld op het verbruikskarakter van uw organisatie. Denk aan het minimaliseren van verbruik buiten piekuren. Maar ook aan het aanpassen van de binnentemperatuur aan de buitentemperatuur. Of bijvoorbeeld aan het voorkomen van gelijktijdige koeling en verwarming.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Energiebeheersysteem .

Stoominstallatie icoon

Stoom

Vanwege de hoge werktemperatuur van stoom (ongeveer 160 °C) gaat veel warmte verloren via rookgassen en het leidingsysteem. Daarnaast zorgt spuien van het systeem en afvoer van condensaat nog voor extra warmteverlies. Er zijn verschillende bespaaropties, zoals een hr-ketel gebruiken als alternatief voor ruimteverwarming. Maar u kunt ook de vrijgekomen warmte van de ketel hergebruiken, of zorgen dat de stoom efficiënter wordt opgewekt.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Bij verwarming met stoom is door de hoge temperatuur relatief veel warmteverlies. Door toepassing van een hr-ketel kan met een veel lagere temperatuur worden verwarmd dan de 160 °C van een stoominstallatie. Daarmee bespaart u tot wel 50% energie.

  2. 2

    De warmte uit rookgassen kan worden teruggewonnen met behulp van een speciale warmtewisselaar: een economiser. In de warmtewisselaar wordt het voedingswater van de ketel voorverwarmd. Een rookgascondensor koelt de rookgassen nog verder af, zodat ook de aanwezige waterdamp condenseert. Deze technieken worden meestal gezamenlijk toegepast.

  3. 3

    Door de hoge temperatuur van de stoomketel gaat veel warmte verloren via stoom- en condensaatleidingen, stoomafsluiters en flenzen. Aanbrengen van isolatie voorkomt onnodig warmteverlies.

  4. 4

    Bij een lagedrukstoomketel kan het condensaat via een ontgasser teruggevoerd worden naar de ketel. Bij een hogedrukstoomketel kan een ontspanningsvat worden toegepast, waarna het condensaat kan worden gebruikt voor het opwarmen van suppletiewater. In een open systeem wordt het condensaat afgevoerd naar het riool. Met behulp van een warmtewisselaar kan daaruit nog warmte worden teruggewonnen.

  5. 5

    Het verbruik van een stoomketel wordt vooral bepaald door hoe efficiënt de brander werkt. Door warmere lucht aan te zuigen en door automatische regeling van de luchtovermaat van de brander verbetert het rendement van de verbranding. Met een modulerende regeling kan de capaciteit van de brander worden verlaagd bij een lagere stoom- of warmtevraag.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Stoom.

Ventilatie icoon

Ventilatie

Voor een gezond binnenklimaat is ventilatie nodig. Met een optimaal ingesteld ventilatiesysteem bespaart u energie. Denk bijvoorbeeld aan een systeem dat alleen ventileert wanneer dat nodig is. Of een systeem dat energie uit ventilatielucht hergebruikt.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Bespaar energie door uw ventilatiesysteem te regelen naar behoefte. Denk bijvoorbeeld aan aanwezigheids- of tijdsschakelaars, zodat de ventilatie alleen werkt als dat nodig is. Het is ook mogelijk een CO2-regeling in te stellen. Die ventileert op basis van de hoeveelheid CO2 in de lucht.

  2. 2

    Met warmteterugwinning is het mogelijk om energie te besparen, terwijl het klimaat comfortabel blijft. U kunt de warmte van de uitgaande lucht gebruiken om de verse aanvoerlucht op te warmen.

  3. 3

    Zorg voor elektromotoren die efficiënt werken en regelbaar zijn, zodat de ventilatie steeds kan worden afgestemd op de behoefte. Daarnaast kunt u ervoor zorgen dat de weerstand van het luchtkanalensysteem zo laag mogelijk is, bijvoorbeeld door luchtfilters met minder weerstand toe te passen, en het luchtverlies in het systeem beperkt blijft.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Ruimteventilatie.

Verlichting icoon

Verlichting

U kunt verlichting voor allerlei doeleinden gebruiken. Denk aan kantoor-, reclame-, buiten- of sfeerverlichting. Voor al deze vormen zijn er bespaarmogelijkheden. Zo kunt u zuinige ledlampen gebruiken of kiezen voor automatisch in- of uitschakelen van uw verlichting.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    U kunt voor buitenverlichting een tijd- of schemerschakelaar instellen, zodat die alleen brandt als het nodig is. Voor binnenverlichting past u een aanwezigheidsschakelaar toe. Het licht gaat dan automatisch uit wanneer er in een bepaalde ruimte geen mensen aanwezig zijn.

  2. 2

    Voor veel soorten verlichting zijn energiezuinige ledtoepassingen beschikbaar. Door ledverlichting te gebruiken heeft u minder energie nodig voor dezelfde hoeveelheid licht. Ledlampen zijn tot wel 80% zuiniger en gaan bovendien langer mee. Daarnaast kunnen ze vaak worden toegepast in de bestaande armaturen. Bij een complete vervanging van de verlichting is het raadzaam speciale led-armaturen toe te passen.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Binnenverlichting.

Verwarming icoon

Verwarming

U kunt relatief eenvoudig veel energie besparen op verwarming, door uw installatie goed in te stellen en onnodig aanstaan te voorkomen. Daarnaast is het ook mogelijk een energiezuinige warmtepomp toe te passen, een besparende regeling op uw cv-ketel te gebruiken of de verwarmingsleidingen te isoleren.

Erkende maatregelen:

  1. 1

    Met behulp van een tijdschakelaar schakelt uw verwarming automatisch uit buiten bedrijfstijd. Door op deze tijdschakelaar een weekprogramma in te stellen, stemt u de werking van de verwarming optimaal af op de gebruikstijden van uw organisatie.

  2. 2

    U kunt de temperatuur van elke ruimte in uw gebouw apart instellen. Dit doet u door per ruimte een regelmogelijkheid op de radiatoren aan te brengen. Zo stemt u de temperatuur af op de warmtebehoefte per ruimte. U kunt bijvoorbeeld de temperatuur verlagen in ruimtes waar niemand is.

  3. 3

    Op cv-ketels kunt u een weersafhankelijke of optimaliserende regeling toepassen. Hiermee past de cv-ketel zich aan de actuele omstandigheden aan en verbruikt daardoor niet meer energie dan nodig. Een weersafhankelijke regeling past de cv-watertemperatuur aan de buitentemperatuur aan, zodat de watertemperatuur niet hoger is dan nodig. Een optimaliserende regeling houdt bovendien rekening met de gebouweigenschappen, de opwarmtijd en de interne warmtelast.

  4. 4

    Gedurende een groot deel van het jaar kan de benodigde warmte in een goed geïsoleerd gebouw worden opgewekt met behulp van een elektrische (lucht-water)warmtepomp. De bestaande ketel hoeft dan alleen bij te springen als het erg koud is. Een warmtepomp is efficiënter dan de bestaande ketel, omdat de warmtepomp gebruik maakt van warmte uit de buitenlucht om het cv-water te verwarmen. De warmtepomp is het effciëntst bij lage watertemperaturen tot circa 50 °C

  5. 5

    Hoe verder warm water vervoerd wordt, hoe meer warmte via de leidingen van de installatie verloren gaat. Het is daarom raadzaam om deze leidingen te isoleren, zeker als die door onverwarmde ruimtes gaan.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Ruimteverwarming.

Warmwatervoorziening icoon

Warm tapwatervoorziening

Voor het energiezuinig verwarmen van water kunt u kiezen voor een hoogrendementsboiler (hr-boiler) in plaats van een conventionele boiler. Daarmee kunt u tot 20% gasverbruik besparen. Douches maakt u zuiniger met behulp van waterbesparende douchekoppen. Daarnaast kunt u uw warmwaterleidingen isoleren om warmteverlies te voorkomen.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Een hoogrendementsboiler (hr-boiler) is een goed alternatief voor een conventionele boiler. Deze is namelijk energie-efficiënter. Zo kunt u tot 20% op uw gasverbruik besparen.

  2. 2

    Met een waterbesparende douchekop brengt u het waterverbruik van douches omlaag. Een besparing van twintig naar zes liter water per minuut is dan mogelijk. Daarnaast is het ook mogelijk een speciale knop te installeren. Wie daarop drukt, krijgt voor een bepaalde tijd water; daarna stopt de waterafgifte automatisch, tot er opnieuw op de knop wordt gedrukt.

  3. 3

    Hoe verder warm water vervoerd wordt, des te meer warmte verloren gaat via de leidingen. U kunt dit beperken door de circulatieleiding te isoleren. Uittapleidingen mogen niet geïsoleerd worden vanwege het risico op legionella.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Gebouwen Warm tapwater.

Zwembad icoon

Zwembaden

In zwembaden zijn de binnentemperatuur én de luchtvochtigheid hoog. Een goede afstemming van ventilatie, verwarming en koeling is daarom belangrijk. Net als een goede isolatie van het gebouw.

Energiebesparende maatregelen:

  1. 1

    Door glasgevels, spouwmuren en daken te isoleren, voorkomt u onnodig warmteverlies. Is er nog enkel of dubbel glas aanwezig in de buitengevels? Pas dan minimaal HR++-glas toe.

  2. 2

    Voor het bereiken van de gewenste luchtvochtigheid is voldoende ventilatie nodig. Bij ventilatie gaat echter ook veel warmte verloren. Door een warmtewisselaar te gebruiken en door de ventilatoren te regelen op basis van vocht en temperatuur, beperkt u het warmteverlies zoveel mogelijk.

  3. 3

    Om de waterkwaliteit op peil te houden moet het badwater worden gereinigd. Bij minder intensief gebruik en buiten gebruikstijden volstaat een lager debiet, omdat dan minder reiniging nodig is. Toepassing van een frequentiegeregelde pomp, al dan niet met schakelklok, voorkomt onnodig energieverbruik.

  4. 4

    Mogelijk is de temperatuur van de bassinwanden en aanvoerleidingen van het zwembadwater hoger dan de temperatuur van de aangrenzende ruimten. Als dit het geval is, voorkomt u met isolatie onnodig warmteverlies.

  5. 5

    Via een warmtewisselaar kunt u de warmte uit het spoelwater (verontreinigd water) gebruiken om suppletiewater op te warmen. Dat is het water dat nodig is om het waterverlies door verdamping en spuien aan te vullen. U plaatst daarvoor een extra buffervat met een warmtewisselaar.

Let op! Deze informatie is een indicatie. Kijk voor het volledige overzicht op de Informatiebank Erkende maatregelen energiebesparing (EML) en kijk onder Faciliteiten Zwembad.