Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag geldt een lager energiebelastingtarief voor aardgas voor verwarming ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten. Daarom geldt voor glastuinbouwbedrijven en voor het telen en kweken van gewassen in een gebouw andere standaardwaarden voor de marginale energieprijs.
Voor het vaststellen van de marginale energieprijs van aardgas of elektriciteit moet u gebruik maken van standaardwaarden. Deze zijn afhankelijk zijn van de hoeveelheid energie die wordt afgenomen van het net. Deze standaardwaarden zijn in tabel 1 weergegeven. Voor uw marginale energieprijs kijkt u naar de klasse waarin uw totale gebruik valt. Deze klasse geeft de prijs voor de laatste eenheid energie die van het net wordt afgenomen.
Als u andere energiedragers gebruikt dan aardgas, elektriciteit of warmte, of u gebruikt energiedragers die als tussenproduct in het productieproces beschikbaar komen, kunt u voor die energiedragers een specifieke marginale energieprijs bepalen. Deze bestaat dan uit alle gebruiksafhankelijke kosten.
Tabel 3 - Standaardwaarden Glastuinbouw voor de marginale energieprijs (Pi)
Elektriciteit
Jaarlijks afgenomen hoeveelheid van het net (kWh)
|
Marginale
energieprijs
€/kWh
|
Teruglever-vergoeding €/kWh
|
Aardgas gebruikt in ketel
Jaarlijks afgenomen hoeveelheid
(m3)
|
€/m3
|
Warmte geleverd via een warmtenet
Jaarlijks afgenomen hoeveelheid
(GJ)
|
€/GJ
|
< 10.000
|
0,26
|
0,134
|
<
170.000
|
0,72
|
<
4.830
|
12,61
|
10.000
< x < 50.000
|
0,29
|
0,132
|
170.000
< x < 1 miljoen
|
0,68
|
4.830
< x < 28.409
|
12,61 |
50.000
< x < 10 miljoen
|
0,21
|
0,127
|
1
miljoen < x < 10 miljoen
|
0,72 |
28.409<x<284.091
|
12,61
|
>
10 miljoen
|
0,16
|
0,127
|
>
10 miljoen
|
0,62
|
>284.091
|
12,61
|